inhoudsopgaveInhoudsopgave           De vier stemmen: diskant, alt, tenor en bas vorigevolgende Athanasius Kircher - een inleiding (4)

 

 

Besluit

Johannes Keplers weergave van de Harmonie der Sferen verschilt in een aantal opzichten van hetgeen in oudheid en middeleeuwen daarover werd gedacht, in een aantal gevallen zijn dit dezelfde verschillen die tussen hetzij Robert Fludd, hetzij Athanasius Kircher en Kepler bestaan.

Het grootste verschil met de klassieke weergave is wel Keplers gebruik van de meerstemmigheid, maar daarnaast is er nog een aantal verschillen.

  • 1. Bij Kepler zijn zon en maan geen aan de Harmonie der Sferen deelnemende planeten meer.
  • 2. Kepler gaat uit van een heliocentrisch wereldmodel, in plaats van het traditionele geocentrische model.
  • 3. De Harmonie der Sferen bestaat bij Kepler uit de verhoudingen tussen de extreme hoeksnelheden van de verschillende planeten, hij gaat niet uit van bijvoorbeeld afstanden tussen de planeten, of een constante snelheid van deze, integendeel, na een uitgebreid onderzoek verwerpt hij die oude elementen juist.
  • 4. Een planeet kan bij Kepler meerdere tonen ‘voortbrengen’, waar in oudheid, middeleeuwen, of bij Robert Fludd, slechts één toon mogelijk was. Ook gebruikt Kepler, als hij een toonladder gebruikt, een moderne: Keplers toongeslachten vormen in feite een stap in de richting van majeur-mineur tonaliteit.(1)

Een ander groot verschil is Keplers gebruik van zo nauwkeurig mogelijke astronomische data, waaraan hij net zolang werkt en sleutelt, totdat zijn hypothesen zo nauw mogelijk daarbij aansluiten.

Opvallend is nu dat Keplers handelwijze de uitwerking van het idee van de Harmonie der Sferen als het ware weer terug brengt naar een van de oudste modellen van Sferen-harmonie: net als bij Nicomachus krijgt saturnus bij Kepler de laagste toon omdat deze het langzaamst beweegt. Er lijkt een cirkel rond.

Echter overeenkomend met oudere en andere modellen van de Harmonie der Sferen is de geestesgesteldheid waarmee Kepler zijn onderzoekingen doet. Hij zoekt, en gelooft te vinden, hoe God zijn schepping schiep. Kepler sluit zijn werk Harmonices mundi af in gebed en lofzang, met de woorden van de Psalmist, zoals hij zegt (hoewel geen letterlijk citaat, maar een parafrase, het bevat elementen uit psalm 19 en 148 - NBG, - en Rom. 11:36), iets dat ik niet wil nalaten hier op te nemen:

‘Groot is onze Heer en groot zijn kracht en zijn wijsheid is ontelbaar.
Prijst Hem, hemel, prijst Hem, zon, maan, en planeten;
welk zintuig jullie ook maar hebben om te ervaren,
welke tong jullie ook maar ten dienste staat om jullie Schepper te eren.
Prijst Hem, hemelse harmonieën, prijst hem, jullie die van de ontdekte Harmonie getuigen zijt.
Prijst ook Hem, mijn ziel, jouw Schepper, zolang als ik zal zijn.
Want uit Hem en door Hem en in Hem is alles.
Dat, wat de zintuigen ervaren, en dat, wat de geest erkent.
Zowel dat wat wij niet kennen als dat wat wij kennen
en slechts het kleinste deel daarvan, daar er altijd meer is.
Hem zij lof, eer en glorie tot in alle eeuwigheid. Amen.’

(Magnus Dominus noster, et magna virtus ejus et Sapientia ejus non est numerus: laudate eum coeli, laudate eum Sol, Luna et Planetae, quocunque sensu ad perpercipiendum, quacunque lingua ad eloquendum Creatorum vestrum utamini: Laudate eum Harmoniae coelestes, laudate eum vos Harmoniarum detectarum arbitri: lauda et tu anima mea Dominum Creatorum tuum, quamdiu fuero: namque ex ipso et per ipsum et in ipso sunt omnia, καί τὰ αίθηζὰ, καὶ τὰ νοερὰ; tam ea quae ignoramus penitus, quam ea quae scimus, minima illorum pars; quia adhuc plus ultra est. Ipsi laus, honos et gloria in saecula saeculorum. AMEN.(2)).


1. Over de verschillen tussen Kepler en de traditie, zie ook Michael Dickreiter, Musiktheoretiker. p. 106-107 (teug naar tekst)
2. HM. X, p. 248 (356)

begin