inhoudsopgaveInhoudsopgave Harmonie der Sferen volgende

 

 

Voorwoord

Het onderwerp van deze doctoraalscriptie is de in de klassieke oudheid ontstane idee van de Harmonie der Sferen, ook musica mundana genaamd. Meer bepaald: welke opvattingen drie auteurs uit de l 7de eeuw in één of meer van hun werken over dit topos tentoonspreiden.

Deze drie auteurs en hun werken zijn: Robert F1udd (1574-1637) met Utriusque cosmi ... historia (Oppenheim, 1617-1621); Johannes Kepler (1571-1630) met Harmonices mundi (Linz, 1619); en ten derde Athanasius Kircher (1601-1680) met Musurgia Universalis (Rome, 1650) en Iter exstaticum coeleste (Würzburg, 1660).

Er zijn een drietal redenen die tot de keuze van dit onderwerp en de drie genoemde auteurs hebben geleid.

Ten eerste: het idee van de Harmonie der Sferen heeft eeuwenlang een belangrijke rol gespeeld in zowel de muziektheorie, als in de ideeën die men over de structuur van het universum had. In de 17de eeuw komt hieraan een einde, waardoor genoemde werken als een laatste hoogtepunt inzake de Harmonie der Sferen beschouwd kunnen worden. Dit maakt de werken van genoemde drie interessant, als vertegenwoordigers van een door de tijd achterhaalde vorm van denken; los van de vraag in hoeverre sporen van het nieuwe denken al in hun werken aanwezig zijn (een vraag die hier niet, of slechts zijdelings, aan de orde is). Immers, kennis van het verleden is kennis van het heden.

Ten tweede: hoewel Johannes Keplers opvattingen over de Harmonie der Sferen in een redelijk groot aantal werken besproken worden, als gevolg van zijn enorme betekenis voor de astronomie, wat betreft Athanasius Kircher, en zeker wat betreft Robert Fludd is dit veel minder het geval. Deze laatste twee worden meestal slechts in het voorbijgaan (en dan nog weinig diepgaand) behandeld. Hierom is het interessant een beeld van de opvattingen van deze drie, die zeker behoren tot de belangrijkste wetenschappers dan wel muziektheoretici in de eerste helft van de 17de eeuw, te reconstrueren, om zo de samenhang, die toch tussen hun opvattingen aanwezig is, te kunnen zien.

Ten derde: de drie gekozen auteurs zijn uit drie verschillende geografische centra afkomstig: Robert Fludd uit Engeland, Johannes Kepler uit Duitsland en Athanasius Kircher, hoewel Duitser van geboorte, uit Italië. De weergave van hun opvattingen mag mede hierdoor als representatief worden gezien voor de opvattingen en ideeën over de Harmonie der Sferen in het geleerde Europa aan het begin van de 17de eeuw. Ook belangrijke theoretici als Marin Mersenne (1588-1648) of bijvoorbeeld Michael Praetorius (1571-1621) hadden in dit onderzoek betrokken kunnen worden - minder bekenden daar gelaten(1), - maar aangezien Mersenne’s opvattingen geen wezenlijke verschillen vertonen met hetgeen uit de hoofdstukken 2, 3 en 4 naar voren komt, heb ik gemeend hem geen apart hoofdstuk te wijden.

II

Een kort overzicht van de belangrijkste literatuur over de Harmonie der Sferen in het algemeen ziet er als onder staand uit (voor het impressum, zie de bibliografie; specifiek op één bepaalde periode betrokken literatuur zal in de desbetreffende gedeelten ter sprake komen).

De artikelen: Fritz Erckmanns ‘Sphaerenmusik’ is kort en helder. James Haar schreef met ‘Music of the Spheres’ en ‘Pythagorean Harmony of the Universe’ twee zeer goede artikelen(2), vooral wat betreft klassieke, middeleeuwse en renaissance ontwikkelingen. Heinrich Hüschen geeft in ‘Harmonie’, naast inzicht in de etymologie van het woord harmonie (ἁρμονία), een uitgebreide beschrijving van de bronnen, lopend van voor-klassieke tijd tot heden. Daniel P. Walker wijst in ‘The Harmony of the Spheres’ (ook verschenen als ‘La tradition mathematico-musicale du platonisme et les débuts de la science moderne’) op de invloed van het idee van de Harmonie der Sferen op ‘ordinairy music, astronomy and cosmology, astrology and magie, architecture, mathematies and early modern science’ waarnaast hij suggesties doet voor verdere gebieden van onderzoek. Het artikel van Leo Spitzer: ‘Classical and Christian Ideas of World Harmony’, zou ik eveneens onder de algemene overzichtsartikelen willen plaatsen, omdat dit artikel, hoewel in hoofdzaak gericht op de achtergrond van het (Duitse) begrip ‘Stimmung’ (waarachter het Griekse begrip ἁρμονία schuilgaat), daardoor ook op de geschiedenis van het idee van de Harmonie der Sferen betrokken is.

Meer omvangrijke werken waarin het gehele gebied wordt behandeld zijn: Joscelyn Godwin(3), Harmonies Of Heaven and Earth (vooral het laatste, derde deel, de twee andere delen lijden aan verregaande ‘new-age’ zweverigheid) en Jamie James, The Music of the Spheres, hetwelk door de populair-wetenschappelijke aard helaas nogal oppervlakkig is. Drie zeer goede en volledige werken zijn daarnaast: Rudolf Haase, Geschichte des harmonikalen Pythagoreismus; Kathi Meyer-Baer, Music of the Spheres and the Dance of Death; Hans Schavernoch, Die Harmonie der Sphâren. Er schuilt echter enige waarheid in de opmerking van Schavernoch dat ‘Das anspruchsvoll ausgestattete Opus von Kathi Meyer-Baer [...] ist eine kunstikonologische Arbeit, die im wesentlichen mit der Renaissance abschliesst und die Idee der Sphärenharmonie nicht tiefergehend behandelt.’ Schavernoch zelf poogt vooral het muzikale element in de Sferen-harmonie te belichten.

In het hoofdstuk ‘Inleiding’ zal getoond worden hoe de relatie tussen het universum enerzijds en muziek anderzijds tot stand kwam en waarin deze relatie bestaat, vervolgens zal een globaal beeld van de historische ontwikkelingen in de eeuwen vöör de 17de geschetst worden.

De drie daarop volgende hoofdstukken, ‘Robert Fludd’, ‘Johannes Kepler’, en ‘Athanasius Kircher’, zullen gebruikt worden om een beeld van de gedachten van deze drie over de Harmonie der Sferen te construeren.

Met een (kort) nawoord zal deze doctoraalscriptie besloten worden.

N.B. De vertalingen uit het Latijn zijn alle, tenzij anders aangegeven, van de hand van de auteur dezes. De twee Griekse fragmenten van Plato en Aristoteles daarentegen, heb ik uit het Engels overgenomen.

 

Afbeeldingen

Titelpagina: Zes universa, uit: Athanasius Kircher, Iter exstaticum coeleste. Würzburg, 1660. (tussen p. 36 en 37)

(Portretten:)

  • Portret Robert Fludd, uit: Robert Fludd, Philosophia Sacra. Frankfurt, 1626.
  • Portret Johannes Kepler, uit: Hans Schavernoch, Die Harmonie der Spähren. Freiburg/München, Verlag Karl Aber, 1981. (tussen p. 144 en 145)
  • Portret Athanasius Kircher, uit: John Fletcher (ed.), Athanasius Kircher und seine Beziehungen zum gelehrten Europa seiner Zeit. Wiesbaden, 0. Harrassowitz, 1988. p. 196

1. ‘Plato’s kosmologie’, uit: David C. Linberg, The Beginnings of Western Science. Chicago/London, The University of Chicago Press, 1992. p. 43
2a/b. ‘Retrograde beweging van de planeet mars’ (ibid. p. 91) en ‘Retrograde beweging verklaard door epicycli’ (ibid. p. 101)
3. ‘Naturalis concordia vocum cum planetis’, uit: Jacques Handschin, ‘Ein mittelalterlicher Beitrag zur Lehre von der Sphärenharmonie’ Zeitschrft für Musikwissenschaft 9 (1927): p. 201

4. Titelpagina eerste deel (I) Utriusque cosmi ... historia (UCH). Oppenheim, Johannes de Bry, 1617.
5. ‘Mersenne’s weergave van Robert Fludds monochordum mundanum, harp en fluit’, uit: Marin Mersenne, Traité de l’harmonie universelle. Paris, 1627. p. 443 en 448
6. Titelpagina tweede deel (II) UCH. Oppenheim, 1619.
7. ‘Spiegel van de wereld‘, UCH I, i. p. 4-5.
8. ‘Aap van de natuur’, UCH I, ii. titelpagina.
9. ‘Drie werelden’, UCH I, i. p. 9.
10. ‘Monochord’ (1), UCH I, i. p. 90.
11. ‘Pyramiden’ (1), UCH I, i. p. 81.
12. ‘Pyramiden’ (2), UCH I, i. p. 84
13a/b. ‘Driehoek’, UCH I, i. p. 20 en ‘Driehoeken’, UCH I, i. p. 21
14. ‘Pyramiden’ (3), UCH I, i. p. 84
15. ‘Harp’, UCH I, i. p. 92
16. ‘Fluit‘, UCH I, i. p. 94
17. ‘Pyramiden’ (4), UCH I, i. p. 96 en ‘Monochord’ (2), UCH I, i. p. 100
18. ‘Monochord’ (3), uit: Robert Fludd, Anatomiae Amphitheatrum. Frankfurt, 1623. p. 314-315

19. Titelpagina Harmonices mundi. Linz, 1619.
20. ‘Platonische lichamen’, uit: Harmonices mundi (HM). Linz, 1619.11, tussen p. 57 en 58 en de ‘Egel’ (enchinus), HM V, p. 182
21. ‘Platonische lichamen in het heliocentrisch universum’, uit: Mysterium cosmographicum. Tübingen, 1596. (tussen p. 26 en 27)
22. ibid., uit: HM V, tussen p. 186 en 187
23. ‘Schijnbare hoeksnelheden in een elliptische baan’, uit: Michael Dickreiter, Der Musiktheoretiker Johannes Kepler. Bern, A. Francke Verlag, 1973. p. 102
24. ‘Tabel 1’, HM V, p. 198
25. ‘Tabel 2’, HM V, p. 203
26. ‘Planeet-toongeslacht’ HM V, p. 204
27. ‘Planeet-modus’, HM V, p. 207
28a. ‘Zesstemmig planeet-akkoord, durus-geslacht’, HM V, p. 209
28b. ‘Zcsstemmig planeet-akkoord, mollis-geslacht’, HM V, p. 210
28c. ‘Vijfstemmig planeet-akkoord’, HM V, p. 211
28d. ‘Vierstemmig planeet-akkoord’, HM V, p. 212

29. Titelpagina Musurgia universalis (MU). Rome, 1650.
30. ‘Circulus universorum’, MU II, p. 450
31. ‘Correspondenties’, MU II, p. 393
32. ‘Organum decaulum’, MU II, tussen p. 366 en 367
33. Athanasius Kirchers weergave van Johannes Keplers schemata. Uit: MU II, p. 378
34. Titelpagina Iter exstaticum coeleste (IEC.). Würzburg, 1660.
35. ‘Harmonie der Sferen’, MU II, p. 383
36. ‘Zes universa’, IEC., tussen p. 36 en 37

 

Afkortingen

HM. - Johannes Kepler, Harmonices mundi. Linz, 1619.
IEC. - Athanasius Kircher, Iter exstaticum coeleste. Wûrzburg, 1660.
MU. - Athanasius Kircher, Musurgia Universalis. Rome, 1650.
UCH. - Robert Fludd, Utriusque cosmi ... historia. Oppenheim, 1617-1621.

MGG - Die Musik in Geschichte und Gegenwart; allgemeine Enzyklopddie der Musik. Herausgegeben von Friedrich Blume. Kassel, Bärenreiter, 1949-1968. (2de, herziene editie: MGG. Herausgegeben von Ludwig Finscher. Kassel, Bärenreiter, 1994-...)
NG - The New Grove Dictionary of Music and Musicians. Edited by Stanly Sadie. London, MacMillan Publishers, 1980.
DHI - Dictionary of the History of Ideas. Studies of Selected Pivotal Jdeas. Edited by Phillip P. Wiener. New York, Scribner, 1973-1974.


Noten

1. Voor een vrijwel volledig overzicht van namen en werken van Europese muziektheoretici (Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië en Spanje) in de l7de eeuw zie: George J. Buelow (ed.), ‘Symposium on Seventeenth-Century Music Theory’ Journal on Music Theory 16 (1972): 2-71 (terug naar tekst)
2. Beide artikelen zijn gebaseerd op Haars dissertatie Musica mundana: Variations on a Pytahgorean Theme. (Cambridge Mass., Harvard, 1960.), die tijdens het schrijven van deze scriptie helaas niet beschikbaar was. Ik kreeg deze dissertatie na enige correspondentie pas in handen toen deze scriptie al af was. De dissertatie van Haar is nu in de Utrechtse letterenbibliotheek te vinden. Een andere dissertatie, één die nog specifieker op het onderwerp van deze scriptie betrokken is, is Betty Lee Carlins The Harmony of the Spheres in Early Seventeenth-Century Thought (The Johns Hopkins University, 1972. - Diss. Abstracts 33:6343 A may 1973). Deze is sinds zomer 1997 (?) in Utrecht aanwezig. (terug naar tekst)
3. Deze auteur heeft ook twee werken gepubliceerd waarin de bronnen uit oudheid, middeleeuwen, renaissance, nieuwe en moderne tijd in vertaling beschikbaar zijn gemaakt. Achtereenvolgens: Music, Mysticism and magic. A Sourcebook. London, Penguin Group, 1986. en The Harmony of the Spheres. A Sourcebook of the Pythagorean Tradition in Music. Rochester (Vermont), Inner Traditions International, 1993. (terug naar tekst)

begin