inhoudsopgaveInhoudsopgave vorigevorigevolgende volgendeLatijnLatijn

 

(4)

 

Wij nemen 3 zaken waar rond het onstaan van de geluiden: ten eerste beweging, als het ware de onmid- delijke, in-werking-zettende oorzaak [de geluidsbron].
Ten tweede de lucht, immers het eerste onderwerp van de oorspong van het geluid, en het medium van voortplanting en mededeling.
Ten derde tenslotte de elastische kracht, die zichzelf uitbreidt en herstelt, welke de in-werking-zettende, het medium en de meest nabije oorzaak [voor het oor] van het geluid is. Echter, wat het geluid in werkelijkheid ook is, aangezien er onzekerheid is, zo heeft die onzekerheid verschillende meningen en gedachten in de geesten van de filosofen gebaard. (b)

Hoofdstuk 2

De beroemde Euler zegt in zijn boek Tentamen novae theoriae musicae hoofdstuk 2 dat de lucht en de verandering in de lucht, die het instrument dat klank voortbrengt teweegbrengt, waarlijk de eerste oorzaak van het geluid is, en de meest nabije.[1] Hetgeen Mattheson, die uitvoerig over muzikale zaken schreef, ontkent door te zeggen dat wat alleen het voertuig van het geluid is, dat kan er niet de ware en meest nabije oorzaak van zijn, maar het geluid ontstaat door wrijving, druk, beven, en met zekerheid door een beweging van de trillende lichamen, als het ware als een middel dat het voertuig in beweging brengt, het geluid van hen is als een geest. (c)


(b) A. Kircher, Musurgia Universalis. Rome, 1650. Caput I. (p. 2)
[1. L. Euler, Tentamen novae theoriae musicae. Petropoli, Academia Imperialis Scientiarum, 1739. Hoofdstuk 2. (p. 2)]

 

(5)

 

Mattheson zegt vervolgens: het geluid dringt door wanden en door muren, wat de kleinste deeltjes van de lucht of van het licht nooit gekund hebben (d), en dit bevestigt dat het geluid alle stoffelijkheid ontbeert en onstoffelijk is.

Maar dat er toch geluiden bestaan, die enkel in lucht ontstaan, toont het volgende gewone fenomeen dat Mattheson geheel onbekend schijnt te zijn geweest: gegeven twee geluiden van een zekere hoogte, gelijk van sterkte, dan zal er een derde, lager geluid worden gehoord, dat, omdat er geen ander lichaam aanwezig is, dat deze derde toon produceert, alleen in de lucht (e), of in de samenloop van de golven van van de bewogen lucht noodzakelijk moet bestaan. (ee)


(c) Wat is de geest eigenlijk ? Dit begrijpt ons intellect, gedompeld in lichamelijke lasten, moeilijk. Gerhard, de Natura Dei. Hoofdstuk 67. Overigens, hoewel het geluid uit de trillende beweging van de lichamen wordt gevormd, kan niet worden gezegd dat het uit het materiele wordt gevormd; echter, veel minder kan worden gezegd dat het uit het geestelijke wordt gevormd, of het moest waarneembaar zijn met dát zintuig, waarover de chemici spreken als over de geest als stuurman [spiritus Rector]. Maar over deze zaken spreken is hier niet de plaats. Toch is het mogelijk om er in het voorbijgaan aan te herinneren dat zoals Mattheson meent dat het geluid als een geest is, Aristóxenos daarintegen zegt dat het verstand, de geest van de mens, harmonisch alle delen van het lichaam past. Zie ook Cicero, Tusculanarum Quaestiones. Liber I.
(d) J. Mattheson , Matthesonii Plus Ultra. part. III. p. 494 e.v.
(e) De lucht is voldoende om de vorming van het geluid te verklaren. J.J. Rousseau, Dictionnaire de Musique. Amsterdam, 1768. Article de Son. (p. 198)
(ee) De luisteraar ervaart, wanneer hij in het midden behorende tot de twee spelers geplaatst is, dit geluid veel beter, dan vlakbij de afzonderlijk spelers; de natuurkundige oorzaak is de botsing van de twee respectievelijke luchtvolumen, in beweging gebracht door de vibraties van de twee klinkende snaren.
G. Tartini, Trattato di musica. Padova, 1754. p. 14.