inhoudsopgaveInhoudsopgave vorigevorigevolgende volgendeLatijnLatijn

 

(8)

 

Indien de haren van het plectrum met kaarsvet of een andere vettigheid ingewreven zijn, zodat de vettigheid de trillingen van de kleinste deeltjes belemmert, wordt er nauwelijks een geluid gehoord, ofschoon de snaar de zeer waarneembare oscillaties tot stand brengt.

Hoofdstuk 6

Klinkend worden alle lichamen genoemd die tegen elkaar gebotst, of geslagen, de ervaring van het geluid in ons teweeg brengen; zoals de geslagen snaar, of de geluide klok.

Omdat bijna alle elastische lichamen zeer geschikt zijn om bevingen op te vangen en vast te houden, zullen deze ook het meest klinkend zijn. Elastische lichamen zijn: ijzer, staal, koper, messing, enzovoorts.

Maar alle lichamen, die zich verheugen in zachte, beweeglijke delen, die door druk wel veranderen, maar niet kunnen uitrekken en met kracht terug springen, zijn weinig geschikt om door beving bevangen te worden en om geluid voort te brengen; daarom kunnen uit lood of tin, dat immers zachte metalen zijn die minder klinken, nooit snaren vervaardigd worden.

 

 

 

  

 

(9)

 

Hoofdstuk 7

Gegeven twee klinkende lichamen, bijvoorbeeld twee metalen schijven, waarvan er een met de hand wordt vastgehouden; als de ander daarmee wordt geslagen, dan zal het geluid dat wordt gehoord niet van de slaande, maar van de geslagene zijn. Vandaaruit wordt gemakkelijk de gevolgtrekking gemaakt, dat het geheel en al een verzinsel is, wat de vele mensen (h) die over muziek geschreven hebben over Pythagoras vertellen. Namelijk dat Pythagoras uit de verschillende klanken van hamers de muzikale consonanties heeft afgeleid.

De filosoof Gaudentius, in de vertaling van M. Meibomius, zegt in zijn Introductio Harmonica dat Pythagoras op zijn idee was gekomen, toen hij bij toeval voorbij de werkplaats van een smid was gekomen, en van de hamers boven het aambeeld de dissonante en consonante klanken had gehoord. [2]

Het is immers duidelijk dat het geluid dat dan gehoord wordt, niet dat van de hamers is, maar van het aambeeld, of van het ijzer, dat de smid smeedt.

Hoofdstuk 8

Er zijn m.b.t. het geluid vier bijzondere onderwerpen


(h) Bv. Franchino Gaffurius, Theorica musicae. Mediolano, 1492. Of Savérien, Dictionnaire universel de mathematique. article de Musique. e.a.
[2. M. Meibomius, Antiquae musica auctores septem. Amsterdam, 1652. p. 13.]